Al dagen had prins Rens een deuntje in zijn hoofd. Het was niet eens een bestaand nummer maar toch bleef het deuntje maar in zijn hoofd hangen. Op het deuntje had de prins allerlei woorden gevonden maar steeds ontbrak er één woord. Steeds als hij dat woord moest invullen dan schudde hij zijn hoofd. “Waarom kan ik nu niet op dat woord komen?”
Prins Rens was druk bezig met zijn dagelijkse prinselijke werkzaamheden en weer schoot het deuntje in zijn hoofd. Voor het grootste gedeelte kon hij het al aardig invullen met zijn woorden maar steeds dat ene woord dat wilde maar niet lukken. Gefrustreerd beende hij zijn kantoor uit om een stuk op zijn paard te gaan rijden. Hij hoopte dat het deuntje even zijn hoofd met rust liet op die manier.
Aan de andere kant van het land waar de grens was met een ander koninkrijk liep de prinses die daar woont zachtjes zingend door het paleis. Haar satijnen rode jurk met korte sleep liet een soort van zacht geluid achter iets dat klonk als een briesje dat zich langs blaadjes beweegt. Haar zuivere stem neuriede haar favoriete liedjes. Haar lange blonde haren danste op en neer als ze liep.
“Vader?” vroeg de prinses toen ze bij haar ouders de grote salon inliep. “Wanneer is dat bal voor de prinsen en prinsessen ook alweer?” Haar vader, de koning, keek op van zijn boek, leunde iets achterover terwijl hij zijn leesbril op zijn hoofd zette. “Het bal? Ja, het bal is morgen meisje.” De prinses maakte bijna een vreugdedansje. “Oh maar vader, daar mag ik toch heen hè?” De koning glimlachte, “Maar natuurlijk meisje hoe kan je anders een prins ontmoeten? ” Hij knipoogde bij zijn woorden.
De volgende dag was het dan zover. De prins trok zijn mooiste galapak aan en maakte zich klaar voor het grote bal. Zoals ieder jaar had hij er niet veel zin in maar hij moest van zijn ouders. Terwijl hij zich omkleedde kreeg hij weer dat deuntje in zijn hoofd en zachtjes zong hij zijn eigen tekst erop mee tot hij bij dat ene stukje kwam. Dat kon hij maar niet invullen.
De avond viel en het bal kwam op gang. Van alle kanten kwamen er prachtig geklede prinsen en prinsessen de trap aflopen de grote balzaal in. Ook prins Rens zag er prachtig uit en menig prinses keek vol liefde naar hem. Maar de Prins had geen oog voor al deze prachtige dames tot…..
Daar stond ze, nog bovenaan de trap, rondkijkend, ietwat verlegen. Langzaam kwam zij de trap af nadat een lakei haar zijn arm aanbood om haar naar beneden te begeleiden.
Prins Rens was verblind, zoveel schoonheid had hij nog nooit eerder gezien. Vastberaden liep hij haar kant op al leken zijn benen niet te willen. Toen hij vlak voor haar stond maakte hij een kleine buiging.
De prinses die ook aangenaam verrast was door zijn verschijning keek hem wat verlegen aan. De prins wilde spreken maar zijn woorden bleven hangen zo mooi zo mooi is ze ging het maar door zijn hoofd. En in plaats te spreken neuriede hij zijn deuntje. De prinses verbrak hun stilzwijgen reikte haar slanke hand uit naar hem. “Julia,” sprak ze zacht. De prins was als door bliksem geraakt toen hij haar hand pakte en daar kwamen zijn woorden, de woorden die hij zocht. Zachtjes zong hij “zelfs haar naam is mooi, Julia.” Eindelijk was daar het ontbrekende woord… haar naam.
Prins Rens en prinses Julia gingen sinds die avond als paar door het leven en iedere dag zong hij voor haar zijn eigen lied dat hij “Julia” noemde.