Al jaren werkte Ruud als vrijwilliger bij de Voedselbank. Tijdens het uitdelen van de pakketten kwam hij steeds meer tot de ontdekking dat het anders moest.

Tussen de woonwijk en het industrieterrein ligt een brede groenstrook. Een geasfalteerd wandel- en fietspad kronkelt er dwars doorheen. Aan beide zijden grazen enkele Galloway-koeien.

Eindelijk kan hij daar enkele volkstuinen realiseren. Eten moet je voelen, eten moet je zelf bereiden is zijn motto. Aardappelen, bieten, sla en boontjes, dat wil hij zijn klanten laten verbouwen. Niet koken met een blikopener!

Geconcentreerd schrijft Ruud zijn eerste recept. Kook de bieten een half uur, laat ze afkoelen, snijdt ze in schijven, reepjes of blokjes. Doe er wat kookvocht, azijn en kruiden bij en vul de glazen potjes tot net onder de rand. Zet ze afgesloten op zijn kop in de vaatwasser.

Hij lacht en zingt in zichzelf “ik wou dat de afwas af was…”