Adem in adem uit. De gang is eindeloos lang. Ik voel het klamme zweet opkomen in mijn handen en op mijn rug. Geluiden van intens gezoem en getril klinken als een echo door die lange gang. Mensen lopen langzaam langs me heen. Sommige kijken me aan. Zie ik er zo slecht uit? Kunnen ze mijn zweetdruppels zien of wellicht ruiken? Even sta ik stil, ogen dicht , adem in, adem uit, diep heel diep.
Langzaam loop ik verder. De muren lijken bij iedere stap dichter naar elkaar toe te kruipen. Ik voel mijn hart bonken en hoor nu zelfs mijn eigen ademhaling. Als in een trance veeg ik mijn haren uit mijn gezicht en voel het parelende vocht op mijn voorhoofd. Mijn keel voelt droog, onmogelijk bijna om nog te kunnen slikken. Ik ben er.
Ik haat de tandarts, echt!