De afgelopen jaren zijn ze veel kwijtgeraakt. Het zit gewoon niet meer in hun geheugen.
Toch treden ze weer op. Net als vroeger op zaterdagmiddag op de Dam in Amsterdam. Hij in zijn gele broek gehesen, een rode muts op zijn hoofd en met houten klompen aan zijn voeten. Zij in een rood schort en een theedoek om haar hoofd geknoopt.
Als ze op het nagemaakte plein, zoals vroeger, ruzie maken weten ze de reden niet meer. Ze camoufleren het met liedjes uit hun kindertijd. Soms vergeten ze een woordje en zingen gewoon door. Het publiek maakt dat niets uit, zij kunnen zich ook niet alles meer herinneren. Maar de versjes kennen ze, ze schalmen ze luid mee.
Niet meer zo soepel van lijf en leden buigen Jan Klaassen en Katrijn na elk kinderliedje. Het publiek in het bejaardencentrum juicht en applaudisseert vol overgave.
Mooi, zo’n poppenkast.