Beide grootouders waren Walen (Franstalige Belgen).
Niettegenstaande ze al meer dan dertig jaar in een dorpje bij Antwerpen woonden, was het enige Nederlandse zinnetje dat ‘Bonne Maman’ op de lokale markt sprak: “Een brood alstublieft.”
Toch geraakte zij altijd aan het gerief om elk jaar opnieuw haar ‘confiture’ te bereiden met de bessen uit hun tuin: ‘groseilles, myrtilles, framboises, fraises des bois, mûres…’ *
Met hetzelfde fruit produceerde ‘Bon Papa’ iets gans anders: zijn eigen likeur.
Bij een zondags bezoek haalde oma spijtig genoeg eerst haar oudste (versuikerde) jampotjes uit de stampvolle kelder. Gelukkig serveerde opa nadien zijn godendrankje dat niet leed onder de tand des tijds, wel integendeel.
Pas toen hij al in de negentig jaar oud was gaf hij eens een flesje cadeau. Hij had zelf een etiket gemaakt waarop in sierlijke letters stond geschreven: ‘Ratafia.’
Het recept heeft hij helaas mee in het graf genomen.
— — — — —
*aalbessen, bosbessen, frambozen, bosaardbeien, braambessen