Joke, Adriaan, Marjon, Gerrit, Hendrik en hun aanhang, kinderen en kleinkinderen, allemaal zijn ze aanwezig op het jaarlijkse familieweekend.
Het hoogtepunt is de potjes-run, een spektakel dat al jaren als een gladiatorenstrijd wordt opgevoerd. Glazen potjes met water moeten aan de overkant van het drassige weiland worden leeggegoten en omgekeerd op stokken worden geplaatst.
Adriaan geeft zijn tegenstandster onmerkbaar een duwtje en gaat als eerste over de meet. Marjon verliest een schoen en Hendrik verliest geheel buiten adem. Gerrit wint juichend de vierde pot.
De race van Joke tegen Jaap, de echtgenoot van Marjon, bepaalt de winnaar: de warme of de koude kant.
Halverwege struikelt Jaap met rollator en al en belandt met zijn gezicht plat in een koeienvlaai. Het leedvermaak is tot in de boerenschuur hoorbaar.
Gerrit vult meteen een potje met mest, zijn trofee om de winst de komende verjaardagen nog eens breed uit te kunnen meten.