De pastoor van Blauwschot was overleden. Geen bijzonder nieuws. Een nieuwe pastoor was er niet, de pastoor van de naburige gemeente Linbeek nam zijn taken over.
Enkel voor de meid was er verandering: zij kreeg als dank voor bewezen diensten de pastorie in bruikleen.
Jarenlang werd ze bespot zoals dat gaat in een bekrompen boerengat, maar nu mocht ze gaan en staan waar ze wilde.
Ze kleedde zich opvallend modieus en algauw had ze een minnaar.
Toen deze bij haar in bed lag keek hij naar een zwarte doos. Ze haalde er een grote diamant uit.
Van waar heb je die? Toch niet van de pastoor geërfd?
Een katholieke pastoor mag geen persoonlijk bezit hebben, zei ze zachtjes en ze beet even in zijn arm.