Hij werd wakker van de wekker. Eigenlijk wilde hij verder slapen, maar zodra hij zich omdraaide begon het: de storm. Hij stapte uit bed en nam een lange douche. Hij was vrij vandaag, hoefde niks, maar de storm raasde voort.
Na het ontbijt besloot hij te gaan wandelen. Het was prachtig winterweer. Hij genoot van de zon op zijn gezicht en de frisse bries door zijn haar. Langzaam leek de storm in kracht af te nemen. In een veldje zag hij een wonderlijk tafereel. In het midden lag een veulentje met daaromheen vier paarden. Ze hielden het veulentje warm. Hij vond het vreemd, veulentjes worden toch niet in december geboren? Hij bleef kijken en werd blij van binnen. De storm ging liggen en hij realiseerde zich dat het tafereel dat hij gade sloeg symbool stond voor het leven: niks loopt zoals je verwacht, maar je bent nooit alleen.