Sofie stuurt mama naar zolder en papa het huis uit. Ze maakt snel twee staartjes in haar haar en doet verschillende gekleurde sokken aan. “Wakker worden!” schreeuwt ze tegen haar neefje en nichtje. “Jahaa,” zeggen ze gapend en wrijven de slaap uit hun ogen. Sofie gooit een handvol gouden chocolade muntstukken omhoog, “Vangen!”
Onbeweeglijk staan de drie naast het grote bed. “Pippilotta Victualia Rolgordijna Kruizemunta Efraïmsdochter!” schettert Sofie drie keer zo hard ze kan.
Eenmaal beneden joelt Sofie “We gaan ontbijten met frikandellen” en schaatst op haar sokken over het parket naar de keuken. “Het is mijn dag. Mijn moeder is boven, in de hemel, en mijn vader is weg, hij is koning van Taka-Tukaland. We doen vandaag waar we zin in hebben.”
‘s Avonds laat kijken Sofie’s ouders hoofdschuddend naar de achtergelaten rommel. Lachend zegt Sofie’s moeder “Wie heeft het Sinterklaasfeest eigenlijk vervangen door een Nationale Pippi Langkous Dag?”