Jelle loopt zoals iedere dag over het strand. De geur die hier hangt kent hij maar al te goed. Het zand wat in zijn krullenbos gaat zitten en tegen zijn gezicht tikt hij houdt ervan. Tijdens zijn wandeling glijden zijn ogen langs de kustlijn, altijd op zoek naar, ja naar wat? Soms vind hij een unieke fles of stuk hout waar hij iets mee kan.
Een hond rent blaffend langs, ook hij is op zoek, naar zijn bal die zijn baasje net ver de zee in heeft gegooid. Jelle loopt met een glimlach op zijn gezicht door en dan. Daar een fles met een briefje. Zijn hart klopt sneller , “eindelijk een schat.” Voorzichtig pakt hij het uit het zand.
Thuisgekomen haalt hij behendig het briefje uit de fles en leest het bijna vergane stukje papier. “Voor de nieuwe vinder: stop mij, dit briefje, terug in een nog mooiere fles.”