Hij was een bescheiden man die als boekhouder werkte en ’s avonds met zijn postzegelverzameling bezig was. Zij was hyperactief en dominant, op het agressieve af. Tegenpolen die elkaar aantrekken, zullen we maar zeggen.
In een boze bui stak ze zijn hele postzegelverzameling in brand. Hij vergaf haar.
In een woedende bui duwde ze hem van de trap af. Hij brak beide benen en vergaf haar.
In een chagrijnige gemoedstoestand deed ze aangifte tegen hem vanwege vermeend huiselijk geweld. Hij kreeg 200 uur taakstraf en vergaf haar.
In een vlaag van razernij wierp ze hem vanaf een perron voor een voorbijrazende trein. Hij ging naar de hemel en vergaf haar.
Voor de rechter verklaarde ze: ‘Weet u wat het was met mijn man? Hij begreep mijn humor niet. Da’s toch om gek van te worden, zo’n onbegrip?’
De rechter vergaf haar niet: ze kreeg negen jaar en tbs met dwangverpleging.