In de huidige verkiezingstijd wordt men weer om de oren geslagen met termen als links, rechts, centrum of extreem.
Om het voor de kiezer makkelijker te maken werden ooit kleuren bedacht die samengaan met het gedachtegoed van een politieke partij.
Buiten donkerbruin of zwart werd voor felle kleuren gekozen en ontbreken het fletse lichtgrijs, donkergrijs of beige.
Een ministerie bestond reeds voor de komst van de verantwoordelijke minister en blijft nog lang bestaan na diens vertrek.
Daarom is het hoofd van de administratie, de secretaris-generaal, dikwijls een belangrijker persoon dan de minister, die in het beste geval een volle legislatuur stand houdt.
Daar waar de minister zich kan tooien in partijkleuren, is vanuit die topfunctie kleur bekennen niet aan de orde. Dat geldt ook voor de directeurs en ambtenaren van zijn ministerie.
Door hun zo onopvallend mogelijke kledij worden ze vaak, al of niet terecht, als ‘grijze muizen’ bestempeld.