Zijn hoofd voelde leeg en licht.
Alsof ze zijn hersenen eruit hadden genomen.
Het had allemaal weinig om handen.
Dat zei zijn buikgevoel, alhoewel hij nooit een dikke buik gehad had.
En het werd er niet beter op met de jaren.
Hij probeerde de anderen bij te benen.
Maar er was meer been dan been aan zijn been.
Hij leek hen angst in te boezemen.
Alhoewel zijn leven op een dood einde was gestuit.
Het bleef stilstaan.
Het was gedaan, zorgen van de baan en zijn lichaam naar de maan.
En toch bleven ze hem bleekscheet noemen.
Gelukkig dat zijn hoofd leeg en licht was en hij niet over zulke dilemma’s diende na te denken.
Ze vroegen hem alleen nog met Halloween.
Voor andere feesten wilde niemand hem nog zien.