Er was ooit een tijd dat mensen brieven met de hand schreven, ja schreven, niet intikten.
Om goed en mooi te leren schrijven moest men beginnen met een potlood. Foutjes konden dan nog worden weggegomd.
Later volgde de ballonpen (*), een uiterst fijn pennetje dat in een houdertje gleed en in inkt moest gedopt worden om ermee te kunnen schrijven.
Vandaar dat voor schrijven alras het woord neerpennen zijn intrede deed of bestond het woord reeds in de tijd dat mensen schreven met een vogelveer?
In de klas zaten kinderen per twee op schoolbanken waarin een rond gat was. Daar paste porseleinen inktpotjes in, die regelmatig bijgevuld werden. Wie het potje vulde moest goed kunnen mikken om geen inkt te morsen.
Als je schreef had je best ook vloeipapier bij de hand: roze papier dat de overtollige inkt of een inktvlek opzoog.
Zodra jouw geschrift gevormd was mocht je een heuse vulpen gebruiken. Die had een eigen inktreservoir wat je toeliet lange tijd te kunnen doorschrijven.
Zo schreven auteurs, die dikke boeken vol penden dus meestal met een vulpen.
Sinds een meneer Bic de ballpoint uitvond is dit alles verleden tijd. Gelukkig bezitten veel mensen nog vulpennen waarmee ze de ‘inkt doen vloeien’.
Als je vroeger in de klas een dictee kreeg, moest je met jouw bankgenoot samen uit één potje inkt putten. Dat leidde soms letterlijk tot ‘handgemeen’, wanneer twee handen op hetzelfde moment naar de inktpot reikten.
Eens het dictee was ingeleverd werd het door de lerares of leraar verbeterd met een rood kleurpotlood. Wiens blad erg rood kleurde wist dus dat zij of hij het er niet zo best had afgebracht.
De eerste schriftjes die gebruikt werden hadden dubbele lijntjes. De letters werden mooi tussen die lijntjes geschreven. Mooi en vooral leesbaar schrijven werd als zeer belangrijk aanzien en erg gewaardeerd. Er bestonden zelfs lessen ‘schoonschrift’. Daar werden sierlijke letters met krulletjes ingeoefend.
Waarom een dokter dikwijls een onleesbaar geschrift heeft blijft een raadsel, mogelijk zat die tijdens de les schoonschrift met andere dingen in het hoofd.
Onlangs liep ik een grote speciaalzaak met tekengerei binnen. Er was een afdeling met wel honderden kleurpotloden, allemaal netjes geslepen met de punten in de lucht.
Plots viel mij iets op. Er was niet één rood kleurpotlood te bekennen.
Zouden kinderen geen fouten meer schrijven?
Ach natuurlijk, met dat afstandsleren worden dictees tegenwoordig ingetikt en op een computerscherm gaat men niet met rode strepen knoeien.