Haar ogen verplaatsen zich van de twee rode geraniums in de vensterbank naar de grijze stoppelbaard en lichtblauwe, olijke ogen van meneer De Jonge, directeur van het woonzorgcentrum. “Ik wil graag dat mijn 93-jarige vader hier zou kunnen wonen. Maar, zou het mogelijk zijn…” Ze hapert een fractie van een seconde om haar punt te maken en vervolgt snel met zachte stem: “… de naam Herfstzon te veranderen?”
Ze droomt weg met het verhaal van haar vader hoe hij als teenager, zoals hij dat altijd noemt, tijdens een bevrijdingsfeest stoer en roekeloos over het plein fietste en hoe zijn toekomstige vrouw onverhoeds op zijn voorwiel belandde.
Voorzichtig pakt ze de rechterhand van haar hulpbehoevende vader vast. Ze lopen schuifelend naar voren. Hij zal dit leuk vinden, daar is ze van overtuigd. Samen trekken ze het doek van de aluminium plaat weg en onthullen de nieuwe naam: “TIENERS VAN TOEN”.