Het is laat. De meeste stamgasten zijn al naar huis. De kroegeigenaar spoelt de laatste glazen om. De vier kaartspelers kijken op de klok: bijna middernacht. Ook zij maken aanstalten om naar huis te gaan.

‘Kom op, mensen, doen we nog een laatste spelletje?’ vraagt de verliezer hoopvol. ‘Laatste ronde, laatste kans?’ Maar nee, de medespelers druipen een voor een af. Morgen weer vroeg op.

Teleurgesteld gooit de verliezer zijn kaarten op tafel. En daar liggen ze, in chaos achtergelaten. Met als enig gezelschap de kringen van bierglazen. Deze beduimelde kaarten, de oorzaak van winst en verlies: ze  getuigen van de wanhoop van de verliezer. Hij zucht, neemt zijn verlies en vertrekt.

De kroegeigenaar pakt misnoegd de kaarten en bergt ze op. Voor het volgende spel zullen ze weer geschud worden, maar nu ze moeten ze het doosje in, netjes op volgorde.

Boer zoekt vrouw.