“Nestore Negrelli?”
Hij knikte instemmend.

Voorzichtig legde ze een antracietzwarte accordeon op het rood bekleedde zitje van zijn wiebelende gondel en verdween ongemerkt tussen de toeristen die over de Brug der Zuchten krioelden.

Dagenlang voer hij door de smalle kanalen in de hoop haar alsnog te vinden.

Een ‘Carlotta di Carbone’, hij had er nog nooit van gehoord. Elke keer dat hij het instrument bespeelde was hij verrast over de warme tonen. De vrolijke klanken van de Tarantella waren zelfs magisch te noemen. Het stemde hem vrolijk. Maar ook droevig: wie is ze en waarom liet ze die accordeon in mijn gondel achter?

Bijna vier jaar later voelde hij een zacht tikje op zijn schouder en hoorde hij die stem die hij nooit had vergeten: “Nestore Negrelli!”

Ze gaf hem een nog prachtiger accordeon. “Veel Venetianen en toeristen hebben me weten te vinden. U bent het beste verkoopkanaal sinds jaren.”