Hij werd beschuldigd van iets vreselijks en iedereen liet hem keihard vallen.
Familie, vrienden, bekenden en minder bekenden, allen hadden ze ineens een uitgesproken mening in zijn nadeel.
‘Ik heb het altijd al geweten.’
‘Ik heb hem nooit vertrouwd.’
‘Zie je nou wel! Mijn intuïtie bedriegt mij nooit.’
‘Ik zag het aan zijn ogen.’
‘Ik had altijd al het gevoel dat hij een verborgen agenda had.’
Toen het om een persoonsverwisseling bleek te gaan, een zogeheten justitiële dwaling, keek iedereen gemakshalve snel de andere kant uit.
Niemand nam ook maar de geringste moeite om de karaktermoord ongedaan te maken.
Al die hypocriete uitspraken en fikse beschuldigingen bleven door de lucht zweven, als scheten in een kleine ruimte.
Hij emigreerde dan ook naar een land met hopelijk betere mensen.
Helaas rijden de treinen in zijn nieuwe vaderland nooit op tijd.
Een mens kan nu eenmaal niet alles hebben…