De levende kerststal wordt elk jaar georganiseerd door een enthousiaste werkgroep. Ieder jaar lukt het hen weer, genoeg mensen en kinderen te vinden voor de rollen van Josef en Maria en van alle herders. Ook de drie koningen sluiten zich ieder jaar aan. En dan doen ieder jaar ook de schapen en lammeren van boer Jansen mee. De schapen verheugen zich elk jaar op dit kerstuitje. Ze praten er al in september over. De lammeren die in het voorjaar geboren zijn weten ook van dit fenomeen.

Maar dit jaar ziet het er anders uit, door de corona crisis gaat het feest niet door. Hoe is dat mogelijk, de schapen schudden hun wollige koppen en de lammetjes kunnen wel huilen. Vooral Wolkje het jongste lam is verdrietig, hij had in het kribje mogen liggen om het kindje te verwarmen. De kinderen en grote mensen praten de hele dag over dit probleem. Ze komen elke middag samen in de kerk, praten over ideeën en treuren omdat er geen oplossing is.

Op de plaats waar de stal gebouwd had moet worden, zetten ze een kerstboom met een gouden ster in top, maar zonder lichtjes. Omdat er geen mensen bij de kerstboom wonen plaatsen ze er een hek omheen. Hoe ongezellig is dat zegt iedereen, maar de werkgroep  ziet geen andere oplossing. Dan gaan ze naar huis en komen niet meer bijeen. ‘We zien elkaar in de kerstnacht toch nog wel?’ Vraagt de man die Josef zou zijn in de kerststal. Hij is zich bewust van het verbod op massaal kerkbezoek. ‘Misschien wel en anders weer volgend jaar. Het wordt tenslotte toch weer Kerst en dan zullen we een extra mooie kerststal laten zien.’ De anderen knikken en zijn het met hem eens. Volgend  jaar nog moet het mooier dan alle vorige keren. Toch gaan de mensen bedroefd naar huis.

De kerstnacht is donker en het sneeuwt, de mensen kunnen niet naar de kerk komen, maar het koor zingt kerstliederen met de deur open. Ze staan verdeelt over de heel de kerk, volgens de corona regels. Het geluid van de kerstliederen klinken door de hele buurt waar de  deuren open gaan, ramen open zich, mensen staan in de tuin te luisteren, sommigen zingen zelfs mee. Ook de schapen van boer Jansen horen zingen. De kleine Wolk ontsnapt al heel snel naar het kerkplein, hij ziet niemand, maar hoort hemelse klanken naar buiten komen. Hij kijkt door het hek naar de boom zonder lichtjes, echter de maan geeft schijnsel op de gouden ster boven in de boom. Het is sprookjesachtig, zo mooi schijnt de ster.

Dit is ook kerstmis voelt Wolkje. Op datzelfde moment komen er mensen aangelopen en verspreid over het plein zingen ze de kerstliederen mee. Nooit werd er mooier gezongen met zo’n overtuiging. Zo wordt kerstmis 2020 een ingetogen samenhorigheidsfeest. Wolkje is er getuige  van. Terug bij de schapen vertelt hij over dit kerstfeest, waarschijnlijk het mooiste kerstfeest ooit.