Tree voor tree beklimt Pjotr de tien meter hoge wenteltrap van het metrostation. In zijn linkerhand houdt hij een sleuteltje stevig vastgeklemd.
Voor een prikje had Pjotr een fraai, oud tafeltje met roodmarmeren bovenblad op de kop getikt. In de linkerla zat een sleuteltje met een labeltje waarop Aʙᴛᴏʙᴏ stond geschreven.
Aʙᴛᴏʙᴏ is het metrostation in Sint Petersburg dat in 1955 werd geopend. Het geldgebrek tijdens de bouw werd deels opgevangen door tafels, stoelen, een groot deel van de kluisjes, een wenteltrap en enkele pilaren van het in as gelegde Kirovski-hotel te hergebruiken.
Hij opent zijn hand en kijkt nogmaals naar het sleuteltje. Nummer ‘594’ moet hij hebben. ‘Vijf-negen-vier’ zegt hij in zichzelf. Pjotr neemt de kluisjes waar en fantaseert weer wat er in zou kunnen zitten. Een stapel bankbiljetten, liefdesbrieven, juwelen, een testament of een opgerold schilderij?
Zijn ogen glijden langs de vijfde rij van boven. 564… 574… 584… 604!