Ze vliegt al minstens een uur in het donker. Snel moet ze een landingsplaats vinden. Het is van levensbelang, niet alleen voor haarzelf.
Met een grote bocht scheert ze over het uitgebreide terrein dat ze gedetailleerd in kaart brengt. “Het moet mogelijk zijn om zonder veel gevaar op dat duinvormige, langgerekte gedeelte te dalen. Ergens tussen die talrijke langzaam bewegende stengels,” oordeelt ze. Een lichte turbulentie maakt het niet direct mogelijk op het lastig waarneembare landschap neer te dalen. Geconcentreerd doet ze toch een poging. Het mislukt. Ze vliegt een stukje verder en onderneemt een tweede krachtsinspanning. Eindelijk voet aan de grond.
Geroutineerd steekt ze een buis schuin in de grond en zuigt haastig een lading vloeibare grondstof omhoog. De vlakte onder haar beweegt. Razendsnel stijgt ze op en schreeuwt opgewonden naar bakboord: “Yes! Dit mensenbloed is geschikt voor je eitjes, mijn lieve, zwangere muggenzus.”