Mario, een echte Italiaanse ijsmaker zat met zijn handen in het haar. “Mama mia, hoe moet ik nu toch mijn ijs maken?” Al jaren maakte Mario de heerlijkste ijsjes en was hierdoor een bekendheid in de stad. Iedere zomer stond het rijen dik buiten zijn ijswinkel. Als je aan mensen vroeg of ze wel eens van Mario’s ijspaleis hadden gehoord dan was altijd het antwoord: “Wie niet? ”
Maar nu had Mario een probleem. De fabriek die zijn smaken leverden was failliet en alles waar Mario mee was overgebleven was het naturel ijs. Geen smaak, geen kleur, helemaal niets.
Tranen met tuiten als een klein kind zat Mario verslagen in zijn ijswinkel.
De bel van de winkel klingelde en de tweeling Jet en Inge kwam huppelend binnen. Hun blonde krullen danste heen en weer. Ze waren kind aan huis bij Mario, omdat ze al jaren boven zijn winkel woonden. “Ciao, Mario!” klonk het in koor. “Wat is er, waarom ben je zo verdrietig?” vroegen zij bijna tegelijk. Mario vertelde over zijn tegenslag en hoe hij nu niet wist verder te gaan. De tweeling leek even na te denken toen keken ze elkaar aan en riepen “Maar Mario, natuurijs! Je moet natuurijs maken.”
Mario keek naar ze en mompelde “Natuurijs? ” Het kwartje leek bij hem nog niet te vallen.
“Ja, natuurijs” zei Jet. “Je moet alles van de natuur gebruiken dat is gratis” Inge knikte en vertelde verder “Ja, Mario, op en onderaan de heuvels kan je alles plukken wat er groeit, blauwe bessen, bramen, citroenblad, van alles.” Mario kreeg weer voorzichtig een lach op zijn gezicht. Het was het proberen waard.
Zo gezegd, zo gedaan. Met zijn drietjes gingen ze erop uit. Mario zijn auto volgeladen met manden waar ze hun oogst in konden doen. Na een dag plukken hadden ze een prachtige voorraad en eenmaal terug ging Mario vol enthousiasme aan de slag. Het heerlijkste ijs toverde hij uit zijn ijsmachines. “Mmmmm dit is zoooo lekker Mario!” De tweeling was duidelijk onder de indruk van alle nieuwe smaken. Blauwe bessen, aardbei, venkel, citroen het kon niet op en allemaal even heerlijk.
Mario’s ijspaleis was altijd al een succes maar nu als je in de stad loopt hoor je altijd wel iemand zeggen, “Kom, we gaan natuurijs halen”. De rijen buiten waren nu nog langer dan ooit tevoren.