Al was hij geen familie, ook wij mochten hem Babs noemen, de roepnaam die zijn nakomelingen hem gaven.
Hij was een verwoed hobbyzeiler en bouwde eigenhandig zeilboten, de laatste inclusief kajuit en kombuis. In zijn tuin prijkte het indrukwekkend houten geraamte.
Mijn echtgenote, die hij steevast ‘mijn grote vriendin’ noemde, reikte amper tot zijn borstkas, de boomgrote man met zijn peperkoeken hart. Mams, zijn liefste eega was een eersteklas bootsmaatje.
Ooit voeren wij samen op de Westerschelde: een unieke belevenis!
Zijn kinderen werden ervaren zeilers, één haalde zelfs de Olympische Spelen.
Grootmoeder zaliger zei ooit : “De oude dag is een zware slag.” In het getaande zeemanshoofd van Babs ging het langzaam fout.
Hij bouwde nu minuscule houten schuitjes die hij uitdeelde aan bezoekers. Zijn huis stond er vol van.
Ons herkende hij plots niet meer. Wij keerden triest huiswaarts zonder bootje maar Babs bleef overeind in ons hart.