Wanneer is een clown gewoon en van wanneer is hij of zij eng?
Tegenwoordig hoef je niet aan coulrofobie te lijden om bang te worden van de lelijkerds die zich voor clown uitgeven.
Op het internet lopen de meningen over clownsfobie erg uiteen. Voor de een komt het vrij veel voor bij kinderen maar ook bij tieners en volwassenen. Voor de ander is het een weinig voorkomend fenomeen.
Van de Oudhollandse poppenkast tot de Commedia dell’arte vindt men binnen de familie van fratsenmakers pierrots, augusten, narren, paljassen, hansworsten en harlekijnen.
Tegenwoordig dragen ze andere namen zoals Cliniclowns, die zieke kinderen opvrolijken maar ook ziekelijke Crimiclowns, die in duistere gangstercomedies meespelen.
In welke gedaante ook hoort een clownsfiguur koppig, sluw, dom, slim, hyperactief, bang, toegeeflijk of vrolijk te zijn maar nooit angstaanjagend.
De griezels die zich met het inboezemen van angst bezig houden mogen zich voor mijn part doodschrikken, morsdood.