Jouw warme handdruk en guitige ‘smile’, het ‘verre de l’amitié’, dat wij ooit samen dronken: wij blijven de herinnering koesteren.
Je lachte hartelijk met de anekdote van mijn bejaard familielid die maar niks vond aan die oude man met zijn ‘speelgoedmondharmonicaatje’.
Jij wist beter dan wie ook hoe dit kleinood jou wereldberoemd maakte.
Dat je geadeld werd lachte je weg met: ‘je suis le Baron des Marolles’, ook al bezat je een flat in New York. De grootste muzikanten ter wereld of de ketjes (*) uit jouw geliefde Brussel, ze waren stuk voor stuk ‘copains’ en ‘best friends’.
Allen pinkten een traan weg bij jouw heengaan, dankbaar voor de heerlijke jazztunes die je aan vele generaties cadeau deed.
Merci, Toots, ge waart nen toffe pei en waaile zen gielegans geperturbeet en van os melk oemda waaile a zuuu geire zaage en hoerdege ! (**)
(*) Toots Thielemans werd geboren in de Marollen, een volkse wijk in Brussel, vergelijkbaar met de Jordaan in Amsterdam . Kinderen noemen ze er Ketjes.
(**) vertaling uit het Brussels dialect: Bedankt Toots, je was een tof mens en wij zijn erg in de war omdat wij je doodgraag zagen en hoorden.