Hij dacht dat het alleen een leuk tijdverdrijf was. De waarheid was echter dat hij geen enkele weerstand kon bieden aan de drang om zoveel mogelijk punten te verdienen door een metalen kogel zo lang mogelijk in een flikkerende lawaaierige flipperkast te laten rollen, botsen en stuiteren.

Zijn vrouw, een sociaal-maatschappelijk werkster, schreeuwde hem toe “Het is afgelopen, je bent een pathologisch gokker! Je bent er niet voor mij en anderen, alleen die spinners, veren, bumpers en flippers tellen. En je gokverslaving kost een godsvermogen.”

Dat kwam aan.

Ze betrokken een kleine sociale-huurwoning. Van de opbrengst van hun koopwoning kochten ze, na aftrek van zijn gokschulden, zes ‘Magic Girls’, de duurste en meest zeldzame flipperkasten ter wereld. In de voortuin bouwden ze een terrasoverkapping waar de gokkasten precies onder pasten.

De wethouder Sociale Zaken opende de speelveranda en plaatste een bord bij het tuinhek: ‘Flipper mee — voor een nieuw buurthuis.’