De fabrieksdirecteur had slechts tijd voor één hobby en dat was het verzamelen van munten.
Vanwege tijdgebrek had hij iemand in dienst die overal ter wereld de meest zeldzame munten voor hem kocht, via internet, op beurzen en op veilingen.
De collectie werd echter steeds completer en de ontbrekende munten waren op den duur niet meer via de reguliere kanalen te vinden.
De trouwe opkoper, Piet noem ik hem maar uit discretie, wilde zijn goed betaalde baan niet kwijt, dus zag hij zich gedwongen de ontbrekende munten op alternatieve wijze te verkrijgen.
De eerste moord die hij pleegde, voor een overigens prachtige en uiterst zeldzame gouden Duitse munt, was even doorbijten, maar de daaropvolgende vierenzeventig moorden werden gaandeweg routine.
Toen de verzamelaar jaren later overleed, werden de munten door de familie geveild en Piet kreeg als dank voor zijn jarenlange trouwe dienst een mapje met een fraaie suikerzakjesverzameling.