Na een goede nachtrust kreeg hij een vorstelijk ontbijt op bed van zijn concubine Laila. Vervolgens werd hij gemasseerd, gewassen en bepoederd door zijn bloedmooie nieuwe concubines Scheherazade en Aliya. Zahra was zoals altijd degene die zijn kleding voor die dag had klaargelegd. Ditmaal een prachtig hemelsblauw gewaad van de beste kwaliteit zijde uit Kashmir.

Hij nam de belangrijkste zaken voor die dag door met zijn secretaris Iznogoedh, terwijl twee rondborstige Eritrese slavinnen ze met palmbladeren koelte toewuifden.

Zijn trouwe eunuch Akwokwo bracht hem een kussen met daarop zijn gouden dolk, die hij om zijn middel bond voordat hij met Iznoghoedh vertrok. Ze zouden de bouw van de nieuwe moskee gaan inspecteren.

Vol bewondering betraden ze de zuilengalerij van verblindend wit marmer, toen… ‘Hè? Wat is dat? De wekker, shit! Opschieten, ik moet om acht uur op kantoor zijn om de jaarrekening door te nemen…’