truste


Uitdaging
UTR-0001


Hupsakee (verhaaltje voor de deugnieten)

Toen Hupsakee thuiskwam vond hij een briefje op de tafel  waarop stond:  ‘Hoi, Hupsakee, heb jij zin om met mij vandaag te gaan zwemmen – getekend : jouw vriend Joepie.’

Daar moest Hupsakee even over nadenken want eerstens kon hij niet zwemmen en al kon ie het, waar zou dit dan moeten plaats vinden?

Hupsakee en Joepie woonden in het Land van Melk en Honing in een tijd toen er nog geen auto’s bestonden, en geen telefoons.  Elektriciteit was wel al uitgevonden, maar op de boerenbuiten waar zij leefden was daar nog niet veel van te merken.

De enige manier om met iemand in contact te treden was er heen gaan of een briefje sturen via de post. Die was ook al uitgevonden.

Hupsakee besloot meteen op stap te gaan naar de boerderij waar zijn beste vriendje woonde.

Alsof hij het had aangevoeld stond Joepie zijn kameraad al op te wachten bij de poort van de hoeve. “Joepie” riep Joepie, die zijn naam niet gestolen had  “je bent gekomen, Hupsakee !”

“Ja, hupsakee, hier ben ik”, zei Hupsakee, die ook niet verlegen zat om zijn naam.

 “Hoe zit dat nu met dat zwemmen” vroeg Hupsakee “weet jij niet dat ik niet kan zwemmen, dan ?”

 “Tuurlijk, wel” zei Joepie “dus ga ik je het vandaag leren”.  Zo gezegd zo gedaan. Joepie nam voor ieder een handdoek uit de linnenkast en weg waren ze.

 “Waar gaan we heen” vroeg Hupsakee.

 “Naar het poeltje in het bosje” zei Joepie.

 Dat was maar tien minuutjes lopen. Het zonnetje scheen en al snel kwamen ze aan het water.

 “Kleren uit”,riep Joepie.

 “Euh”, zei Hupsakee maar meteen stond hij in zijn nakie en sprongen ze  in de ondiepe poel.

“Hupsakee” ,zei Hupsakee bij het springen en natuurlijk kon Joepie niet achterblijven en riep luidkeels “Joepieieieie !”

Eerst was het een geplets van jewelste maar dan volgde de eerste zwemles. Joepie hield zijn vriendje vast bij zijn middel en Hupsakee bootste de bewegingen van een kikker na.

Na enige tijd kon Huspsakee warempel op eigen kracht boven blijven en zwommen  de vrienden gezwind naast elkaar.

“Dat heb je vlug geleerd” zei Joepie, die trots was dat hij een goede zwemcoach was.  Toen Hupsakee wilde antwoorden en zijn mond opende liep deze vol water.  Hij proestte het uit.  Joepie proestte het ook uit, maar dan van het lachen.

Later lieten ze hun blote basten drogen in de zon. Tja, zonnemelk moest ook nog worden uitgevonden. Zij kenden enkel de nog lauwe drank die ze elke morgen dronken net na het melken van de koe.

In die tijd was dat héél gewoon.

over deze inzending

Titel: Hupsakee (verhaaltje voor de deugnieten)
Auteur: Gi
Aantal woorden: 432
Gepubliceerd op: 28 aug 2019