truste
Uitdaging
UTR-0023
Appelland
In Appelland worden alle giftige appels van boze stiefmoeders en gemene heksen verzameld en veilig opgeborgen achter slot en grendel in een donkere kelder. Je moet weten dat een giftige appel nooit verrot maar altijd zijn frisse groene kleur behoud.
Hoe komen ze daar? Nou dat is simpel. ‘s-Nachts rijden dappere ridders op hun paard door het sprookjesland. De ridders hebben allemaal een cape die hun beschermd tegen al het kwaad. Zo kan het dat zij ongezien ieder huisje ieder kasteel en iedere behekste grot kunnen betreden zonder te worden gezien.
Op een dag reed prins Carlos op zijn paard door het bos. Hij hoorde de welbekende snerpende gemene lach van een heks. Het was de heks die aan de bosrand woonde en regelmatig allerlei nare drankjes fabriceerde om onschuldige prinsessen te vergiftigen, dus ook drankjes gemaakt van appels.
Gehuld in zijn cape zittend op zijn paard kwam prins Carlos dichterbij. Naast de heks stond een krat dat tot de rand gevuld was met glimmende groene appels. De heks was druk bezig in haar ketel te roeren terwijl ze onduidelijke woorden brabbelde. “swampierom, kalinodariem, rionalla.” De prins begreep niets van het gebrabbel maar begreep heel goed waar de heks mee bezig was.
Langzaam liet prins Carlos zijn paard richting de heks lopen. Eenmaal op nog geen meter afstand kuchte de prins zachtjes. “Ahum, pardon.” De heks reageerde niet meteen en brabbelde door terwijl ze in haar ketel bleef roeren. “AHUM PARDON” probeerde de prins nogmaals. De heks keek op. Haar ogen een beetje samengeknepen haar hoofd iets schuin. “Ja, wat?” antwoordde ze onvriendelijk, ook enigszins verbaasd dat daar ineens een prins stond.
“Wat bent u allemaal aan het doen met die mooie appels?” vroeg de prins. De heks liet haar blik van de kist met appels naar de ketel gaan en leek na te denken over haar antwoord. “Oh maar beste prins, ik ben een gezonde appelsap aan het maken en geef, uhm, sommige appels daarnaast een vitaminerijk goedje.” De heks was duidelijk op haar hoede en haar antwoord klonk ook niet echt overtuigend.
De prins wreef langs zijn kin en lachte toen naar de heks. “Dus mijn goede heks, als ik u vraag één appel te proeven dan zegt u uiteraard “ja” daar het zulke gezonde appels zijn.” De heks voelde zich duidelijk in de val gelokt. ” Maar natuurlijk beste prins.” ze loog ter plekke omdat ze natuurlijk niet kon zeggen dat er gif in de appels zat.
De prins sprong van zijn paard deed een greep in de kist en gaf de heks een prachtig groen glimmende appel ” Zou u deze voor mij willen proeven dan alstublieft?” hij gaf de appel aan de heks. Zijn blik was vriendelijk maar ook zeer dwingend ,de heks wist dat hij geen protest duldde. Heel voorzichtig nam de heks een mini hapje van de schil.
“Nee nee beste heks, een hap van heel de appel niet alleen de schil.” De prins had haar duidelijk door.
De heks nam een flinke hap en at netjes haar mond leeg en toen gebeurde het. Blauwe lichtgolven spinde om haar heen als een web een hoog zingend geluid hing om haar heen en langzaam heel langzaam veranderde de heks in een zangvogel ,heel klein zo klein dat ze bijna niet te zien was.
De prins pakte de kist met appels nadat hij de ketel had omgekiept, sprong op zijn paard en reed zo snel als hij kon naar Appelland. De appels werden opgeborgen en voorlopig waren alle prinsessen weer veilig in sprookjesland.