micro
Uitdaging
UMV-201813
What’s in a name
Jacques Brel zong : ‘’Non, Jef, t’es pas tout seul…”, over zijn vriend Jef, de roepnaam die alle Jozefs meekrijgen in zowel Franstalig als Vlaamstalig België.
Lang voor supermarkten hun intrede deden, leverden handelaars aan huis. Als kinderen noemden wij niet het beroep maar de waren die zij meenamen. Dat opa’s naam toen populair was bewijst volgend leverancierslijstje.
Dagelijks kwam Jef van het brood en tweemaal per week Jef van de melk. Jef van de aardappelschillen leverde niets maar haalde ze elke zaterdag op als varkensvoer. Wekelijks was Jef van het bier van de partij, die ook frisdranken bracht. Soms kwamen Jef van de ziekenkas en Jef van de vakbond lidgeld ophalen. Jef van de verzekeringen kwam ééns per jaar. Een Jef kwam de beerput ledigen en Jef van de kolen vervoerde met paard en kar steenkolen.
In de volksmond werd de dorpsfanfare ‘Sint Jozef’ tot ‘de Jefkes’ herdoopt.