Werknemers op het Europees hoofdkwartier van het Amerikaans bedrijf kwamen uit velerlei landen.

De gemiddelde leeftijd lag rond de dertig.

De iets oudere Office Manager was een flegmatieke Brit. De man zat altijd strak in het pak met das en bijhorend pochet. Vooral naast de grote Amerikanen was hij klein van gestalte.

Zijn guilty pleasure was om zich ’s morgens bij de personeelsingang op te stellen en vrouwelijke collega’s die iets te laat kwamen terecht te wijzen met de opmerking: ‘Darling, you are late.’ Bij mannen klonk het: ‘How are you this morning?’

De visitorschairs in zijn kantoor waren laag en zijn bureaustoel stond in de hoogste stand wanneer hij iemand ontbood.

Toen ik aan de beurt was zei hij flemerig dat hij van mijn Engels accent hield en mij vooral niet mocht laten beïnvloeden door de Amerikanen, vooral niet door de grote baas, een Texaan.