In het noorden van Lapland had Claus een hard en sober herdersbestaan. Vooral de lange donkere winter was belastend. Naast een bijbaan en het hoeden van zijn rendieren voedde hij als alleenstaande vader zijn kind op en gaf hem elke dag bijles.
In de pubertijd wilde zoonlief niets van zijn vader aannemen. Zelfs als Claus met zijn bewolkte stem ‘Ho!, ho!, ho!” riep, stopte het geruzie niet. De relatie bleef krampachtig.
Op zijn achttiende verruilde Klaas het ouderlijk huis voor een paleis in het zonnige Spanje. Moorse knechten voerden voor een grijpstuiver zijn logistieke werkzaamheden uit.
Onder druk van de Verenigde Naties moest Klaas tot zijn spijt afstand doen van zijn dienaren en kwam vervolgens in de bijstand.
Claus ervoer dit als een commerciële overwinning en nam zijn werk over.
Hij maakte direct afspraken met winkels en webshops.
De middenstand verklaarde hem heilig.
Santa Claus beheerst nu definitief de decembermarkt.