Het bureau van zijn vader had hij volledig bezet met gevouwen bootjes van divers formaat. Hij voelde zich trots als een pauw.
Nadat hij later kraanvogels, schildpadden, uilen, neushoorns en eenden had gevouwen verdiepte hij zich in hoe insecten in de natuur hun vleugels in- en uitvouwen. Biologie zag hij als een oneindig proces van vouwen en ontvouwen. Lieveheersbeestjes, vlinders en kevers volgden al snel.
Als onderdeel van zijn droom huurde hij een fabriekshal om zijn werkstukken te kunnen tentoonstellen. Bomen, planten en bloemen werden in grote aantallen gevouwen, evenals mensen, gebouwen, auto’s, vliegvelden, treinen en uiteraard passagiersschepen.
Met een aluminiumhandel vouwde hij vormen van het veelzijdige zilverwitte metaal. Dat werd de grote doorbraak, met een ere-doctoraat in Origami Science aan de Kumamoto-universiteit in Japan als bekroning.
‘Ori’ werd gebouwd, zijn Origami-stad die Madurodam verving. Een benoeming tot burgemeester kon niet uitblijven.
In zijn kantoor pronkt zijn allereerste bootje.