1886 – Zaklopen is oogluikend toegestaan, maar het gruwelijke palingtrekken* is ten strengste verboden. De politie en het leger grijpen hard in.
Ternauwernood ontsnapt Jonathan aan het Jordaanse Palingoproer, waarbij 25 mensen het leven lieten en velen gewond raakten.
Als hij de volgende ochtend opstaat doet zijn hele lijf nog pijn. Hij strompelt langs de gracht op weg naar het Rijksmuseum.
Zijn baas, een van de conservatoren, is tevreden over hem. Jonathan gedraagt zich altijd onberispelijk, zorgvuldig en behulpzaam, vindt hij.
Nu is Jonathan boos op het gewelddadige gedrag van de autoriteiten en neemt wraak.
‘De Staalmeesters’, dat eigendom is van de gemeente Amsterdam, wordt op enkele plekjes geretoucheerd. Als zijn baas naar huis gaat, werkt hij door. Hij schildert aan de rechterkant van het schilderij, net boven de lambrisering, de naam van de kunstenaar, inclusief het jaartal 1661.
Het duurt nog zeker een eeuw voordat ze dit merken, redeneert hij wraakzuchtig.