Hey Luca,

Zo zeker als wat weet ik dat jij weer op de rots onder de vuurtoren zit.

Daar zaten wij vaak samen te turen naar de zee en de horizon waarachter wij beiden een kijkje wilden nemen.

Toen ik aanmonsterde  was jij blij voor mij maar ook bedroefd omdat je nog te jong was en niet meekon. Het ging allemaal zo snel en er was geen tijd om je uit te leggen wat ik aan boord ging doen.

Ik ben dekofficier ter lange omvaart, Luca en moet het koopvaardijschip kunnen manoeuvreren, rekening houdend met stromingen, wind en stabiliteit. Ik moet alles kennen over laden, stockeren en het behandelen van de lading. Vroeger was dit een taak van de stuurman.  Ik moet een zeereis kunnen plannen en in alle wateren de positie weten te bepalen met mijn kennis van kustnavigatie en van astronomie.

Bij mijn vertrek zag ik hoe je jouw tranen verbeet. Maar je hield je sterk wetende dat eens de tijd komt dat wij samen op de boarding bridge stappen.

Hoelang deze reis nog duurt weet ik niet precies maar het staat in de sterren geschreven dat we elkaar spoedig zullen weerzien.

Hoe ik dat zo weet?

Op volle zee, als er ’s nachts geen wolken zijn, staat de hemel stikvol sterren.

Dan leg ik mij op mijn rug en met mijn vinger schrijf ik in de lucht allerlei dingen over het leven, over ons.

Net als in dat liedje: ‘Zie ik de lichtjes van de Schelde’ zal het draailicht van de vuurtoren ons schip leiden als wij huiswaarts keren.

Dan zal ik je honderden verhalen  vertellen en kan jij mij opbiechten wat je de laatste zes maanden zoal hebt uitgespookt.

Vanuit Puerto Limón stuur ik je van achter de horizon veel liefs.

Adios, tot binnenkort, broertje.