Met lede ogen ziet hij ’t aan
De peren die hij stoofde
Om bij de wildschotel te gaan
Geen mens die er nog in geloofde
Ach keurslagertje lief en tof
Zei buurvrouw Veggie Vanderaerde
Neem nu toch eindelijk ’t verlof
Waarvoor je al die jaren spaarde
Bezoek de bergen of de kust
Lig op het strand in blauwe baaien
En na jouw veertig dagen rust
Kan je weer lekker pensen draaien