Ik kijk je aan, mijn hand om jou heen gesloten. Het licht dat door het raam valt kleurt je warmer dan ooit, stralend en glanzend.
Langzaam begint onze dans, voorzichtig aftastend en vooral niet vallen. Onze wals komt op gang één-twee- drie, één-twee-drie. Soms stopt de dans en kijk ik naar je. In mijn blik probeer ik je te lezen wanneer mijn ogen van boven naar beneden glijden.
De warmte van mijn hand laat je nog meer blozen wanneer onze wals weer begint, langzaam en dan weer iets sneller. Ik ben verbaasd en ontroerd als ik zie hoe sierlijk jij je beweegt, zo gemakkelijk.
Dan zijn daar mijn lippen zo dicht bij jou. Er ontsnapt zachtjes een zucht als ik je voor het eerst proef. De warmte, het genot. Ik sluit even mijn ogen en voel dan jouw warmte door heel mijn lichaam gaan.
Rode wijn, heerlijk!