Bij guur weer wordt hij verwenst
Hij voelt koud in de nek, wie vraagt
Naar deze ongeliefde luchtverplaatsing
Bij het krieken van het voorjaar
Kan hij mild zijn, wiegen
Prille bloemen in zijn zucht
Bij felle zomerzon
Snakken wij naar zijn briesen
Soms voert hij zand aan uit woestijnen
Soms brengt hij de verlossende regendrop
Bij gouden herfstkleuren
Kan hij kalm zijn of onrustig
Als te veel bladeren neerdwarrelen
Doet hij ze wervelen en laat zich horen: de wind!