Ter gelegenheid van de verjaardag van onze kleindochter zijn we afgereisd naar Parijs. We zijn, ondanks de werkelijk krankzinnige drukte in en rond Parijs, precies op tijd om haar op te halen van school.
Daar komt ze door de poort, samen met het vriendje dat al enige maanden in beeld is. Met elkaar pratend, lopen ze gearmd naar ons toe. Hij draagt haar tas.
Met opa even neuzen, ik krijg een ‘hug’. Vriendje begroet ons met een hand en een lichte buiging. Hij opent het achterportier voor Carla, zet haar tas in de achterbak en zwaait ons na.
Elders wordt gestaakt, zigzaggen motorrijders met doodsverachting door de files, volgen taxichauffeurs uitsluitend hun eigen regels. Maar hier, in een parallel universum, wordt – voor en door een zeventienjarige – je tas gedragen, de autodeur voor je opengehouden, loop je gearmd uit school, wordt bezoek begroet met een buiging.